Herinneringen aan Assen

Door de jaren heen zijn veel van onze deelnemers doorgedrongen tot de profs. Als wielercommentator van Eurosport is het altijd leuk om namen op de startlijst te zien van jongens en meisjes die ik in Assen heb gezien, soms zelfs al vanaf een jaar of acht. Ben Tulett van de Ineos Grenadiers blikt terug op zijn jaren in Assen toen ik hem ontmoette in de Clasíca San Sebastián. Met twee wereldtitels veldrijden en al drie profoverwinningen kijkt Ben met een goed gevoel terug op Assen.

“Ik heb fantastische herinneringen aan Assen. Het is waar mijn roots liggen,” zegt Ben. “Het was mijn eerste keer dat ik op het Europese vasteland reed. De Jeugdtour is zo’n mooie kans om het vanaf zo’n jonge leeftijd op te nemen tegen renners van over de hele wereld. Het was zo geweldig om daar te koersen. Ik rijd nog steeds tegen mensen die ik ontmoette toen ik acht jaar oud was. De grootste les was zes dagen leren koersen. Elke dag was leuk. Je leert wat fietsen is. Je leert echt de basis. Als je de kans krijgt om als jonge renner of renster te gaan, doe het dan. Het zijn herinneringen voor je leven.”

Thomas Gloag is de oudste van de familie Gloag. Zijn jongere broer Tiger reed dit jaar in categorie 6. Thomas is nu prof bij Jumbo-Visma na het winnen van etappes in de Tour de l’Avenir en Ronde de l’Isard in 2022. Zijn eerste grote ronde reed hij dit jaar uit in de Giro d’Italia.

“Ik heb toen nooit gewonnen”, glimlacht Thomas. “Ik kwam amper in de top tien denk ik, maar het is zo’n geweldige ervaring. De pelotons zijn zoveel groter dan thuis. Ik heb zoveel geleerd van de renners in Nederland die technisch zoveel beter waren. Ik werd keihard gelost op de kasseien en in de wind en de regen, maar het was de leukste tijd ooit.

Broer Tiger eindigde deze week op een 31e plaats in een doorweekt Assen.

“Deel uitmaken van een wielerfamilie helpt me enorm omdat iedereen weet hoe ze me moeten helpen voor een race”, zei Tiger. “Mijn familie weet dat je niveau in jeugdcategorieën kan veranderen als je ouder wordt. Ik ben een kleine renner in vergelijking met mijn tegenstanders, zoals mijn broer Thomas vroeger was. Toen hij groeide, werd hij een veel betere wielrenner. Dat is een geweldig voorbeeld voor mij. Ik weet niet of ik ook profrenner wil worden. Voorlopig geniet ik enorm van het wielrennen en als dat zo blijft, wil ik misschien ooit prof worden.”